Sinds mijn eerste twee zelfgemaakte knuppels ben ik in het bos een stuk alerter op de vormen van takken. Als ik een tak voor een knuppel uitkies, probeer ik er op te letten dat ik zo min mogelijk aan de vorm hoef aan te passen om er een bruikbare knuppel van te maken. Ik vind het mooi als je de oorspronkelijke vorm nog goed in het uiteindelijke werkstuk terug kan zien. Deze derde knuppel is van een kromme beukentak gemaakt, waarbij ik zo min mogelijk van het hout heb weggehaald. Hierdoor kun je nog goed het kleurverschil tussen het lichtere spint- en het donkerdere kernhout zien.
Deze knuppel heb ik ook weer met de hand met een schaaf, mes en schuurpapier in vorm gebracht. Naarmate ik meer hout verwijderde, kreeg ik de vorm die ik zocht steeds beter voor ogen. De tak deed mij denken aan een dijbeenbot (femur) en bij het snijwerk heb ik me ook laten inspireren door de wrangka, de bewerkte bovenkant van de schede van een Indonesische kris. De zijkanten van de knuppel zijn nagenoeg vlak en hebben slechts een kleine kromming, de smallere voor en achterkant hebben een aantal groeven waardoor het lijkt alsof er een dikker stuk tussen de zijkanten is ingeklemd, dat er bij de kop en achterkant gedeeltelijk uit tevoorschijn komt. Ongeveer zoals bladeren, vruchtpeulen of bloemen vanuit hun bladschede groeien. De kop van de knuppel is het dikst en de kromming aan het uiteinde zorgt ervoor dat het contactvlak, als ermee wordt geslagen, minimaal is. Dit zorgt ervoor dat er bij een klap de maximale kracht op een zo’n klein mogelijk oppervlak wordt overgebracht. De knuppel is licht en snel en voelt vanwege zijn organische vorm heel prettig aan. Dankzij de fijne nerf kun je beukenhout heel glad afwerken en als je het hout daarna met een gladde steen opwrijft, krijgt het een mooie zachte glans.
Deze knuppel is alleen met wat tungolie afgewerkt, waardoor de warme kleuren van het beukenhout en het contrast tussen het spint- en kernhout goed tot zijn recht komen. De knuppel weegt slechts 570 gram, en is van kop tot eind 57 cm lang. De voet is 17,5 cm lang en 3 cm dik, terwijl de steel vanaf de hiel bemeten 45 cm lang is.
Een dijbeenbot is het grootste en sterkste bot in het lichaam van een mens, het kan tot dertig maal het lichaamsgewicht dragen. Vanwege hun stevigheid en de vorm met bolle kop aan het uiteinde kunnen dijbeenbotten heel goed als slagwapens dienen. In de beroemde openingsscene van 2001 a Space Odyssey, één van mijn favoriete films aller tijden, gebruikt een proto-homonid een dijbeenbot als knuppel. Deze ontdekking van het bot als wapen luidde in de film het begin van de menselijke evolutie in.
Ik heb nu een knuppel van wilgen-, eiken- en beukenhout gemaakt. Als er ooit nog een knuppel komt, probeer ik daar weer een andere houtsoort voor te kiezen.
Klik hier voor meer foto’s van deze knuppel.
Lees ook Zelfgemaakte knuppel no. 1 (Ongwe Hongwe) en Zelfgemaakte knuppel no. 2 (Baculum).
Geen reacties
Reageer: