liguus virgineus 2-2013De meeste Nederlandse slakken hebben saaie modderkleurige schelpen. Op Hispaniola en Haïti hebben ze echter grote vrolijk gekleurde landslakken die op de bomen leven en er uitzien als zuurstokken. Ze danken hun Engelse naam “Candycane snail” aan de felle gedraaide kleurlijnen die de spiraal van hun schelp volgen. Deze twee exemplaren heb ik al vanaf mijn jeugd. Hoewel ik niet meer weet van wie ik ze ooit heb gekregen heb ik me wel eens afgevraagd of ze misschien niet stiekem waren geverfd. De meeste van deze schelpen worden, voor ze worden verkocht, gekookt en gebleekt. Op deze schelp zit normaal een dun en transparant periostracum (de buitenste laag of opperhuid van de schelp), dat er door het koken afgaat. De schelp verliest daarmee ook een groot gedeelte van zijn glans en veel van zijn subtiele kleur. Wat overblijft is echter nog steeds verrassend genoeg om ervoor te zorgen dat deze schelpen buitensporig veel worden verzameld en verkocht. De populaties staan dan ook onder druk.