Altijd en overal wordt er gestolen. Niet alleen bij mensen maar ook bij dieren. Als je ziet hoeveel nestmateriaal en eten vogels onderling stelen valt onze mensen misdaad daar een beetje bij in het niet. Sommige vogels halen meer nestmateriaal uit de nestjes van anderen dan dat ze zelf verzamelen, het is dan ook een klein wonder dat er überhaupt nog nestjes worden gemaakt. Alleen is het bij vogels zo dat als je wat pikt je daarna niet met het slachtoffer in discussie kunt gaan. Word je betrapt trekt hij je je veren uit. Deze stopt hij dan weer in zijn eigen nestje.

 

Bij mensen ligt de zaak wat ingewikkelder. Je hoort veel dieven ter verdediging aanvoeren dat het maar “spullen” zijn of dat de bestolene “het makkelijk kan missen”. Het lijkt haast dat veel mensen denken dat diefstal niet erg is en dat ze “het toch kunnen proberen”. Het schijnt alleen erg te zijn als je wordt betrapt. Dit beeld wordt nog versterkt als je sommige mensen trots hoort uitleggen hoe ze de verzekering hebben opgelicht of hoe ze dat kratje bier zonder betalen langs de kassa hebben gekregen. Als je steelt steel je geen “spullen” wat je steelt is de tijd en energie die een ander heeft geïnvesteerd om deze spullen te vergaren of te maken. Ze zijn geen dief van onze portemonnee, ze stelen onze tijd, ons leven. Zo bekeken kan ik me heel goed voorstellen dat iemand zwaar pissig wordt als er iets bij hem wordt weggehaald. Ik weet nog goed hoe boos ik was toen mijn blauwe racefiets werd gestolen. Ik had twee jaar voor die fiets gespaard en was er half Europa op doorheen gefietst. Ik kon de dief wel schieten, letterlijk.

 

Bij mij op het werk worden veel dieven aangehouden, en allemaal gaan ze in discussie. Er is er geen één die de consequenties durft te nemen. Maar laatst maakte een 60-jarige dief het wel heel bont. Nadat hij was betrapt en aangehouden besloot hij dat hij niet op de politie kon wachten. Hij had zijn fiets buiten niet op slot gedaan en iemand zou hem eens mogen stelen. Zo iemand wil je toch zijn veren uittrekken.