bospiraat (Pirata hygrophilus) 4-2014 8785bospiraat (Pirata hygrophilus) 4-2014 8786In Nederland komen meerdere piraat-spinnen voor. Zo kennen we oa de Grote piraat, Kleine piraat, Poelpiraat, Veenpiraat, Heidepiraat en de Bospiraat. Het zijn wolfspinnen die zich hebben aangepast aan natte omgevingen. Ze jagen in moerasgebieden op de moslaag en op het wateroppervlak. Ze hebben speciale haren op hun poten waardoor ze heel bedreven over water kunnen rennen en vangen daar insecten die net onder het oppervlak hangen. Ze maken gesponnen woonbuizen die tot op of net onder het wateroppervlak hangen. De vrouwtjes duwen hun eicocon in deze woonbuis regelmatig naar boven om ze in het zonlicht te verwarmen terwijl zij zelf beneden in de koelte blijven.

 

De Bospiraat (piratula hygrophila) wordt tussen de 4,5 en 6,5 mm groot en is heel algemeen,  je komt ze van mei tot augustus op allerlei natte plekken tegen. In tegenstelling tot de andere piraat-spinnen, die meer een voorkeur voor zonbeschenen plekken hebben, kom je de bospiraat ook op beschaduwde plaatsen tegen. In 2012 werd het geslacht Pirata opgesplitst in Pirata en Piratula, waardoor de Piraatwolfspinnen over twee genera werden verdeeld. De Piratula-soorten hebben een pro-laterale stekel op tibia 1, die bij Pirata ontbreekt. Zo werd Pirata hygrophila Piratula hygrophila.